door Jason Wasserman MD PhD FRCPC
18 april 2024
Een hepatocellulair (lever)adenoom is een zeldzame, goedaardig (niet-kankerachtige) levertumor. Deze tumoren zijn doorgaans asymptomatisch, maar kunnen soms tot complicaties leiden, zoals inwendige bloedingen of zelfs een risico om kanker te worden, vooral als het adenoom groot is.
Hoewel de meeste hepatocellulaire adenomen geen symptomen veroorzaken, kunnen sommige patiënten last hebben van buikpijn of ongemak, met name aan de rechterbovenkant van de buik. In sommige gevallen kan er sprake zijn van een opvallende massa of een vol gevoel in de buik. Het ernstigste symptoom ontstaat als het adenoom scheurt, wat plotselinge en intense pijn veroorzaakt die onmiddellijke medische aandacht vereist.
De ontwikkeling van hepatocellulair adenoom is in verband gebracht met het gebruik van orale anticonceptiva of anabole steroïden, genetische predisposities en metabool syndroom. Deze aandoeningen beïnvloeden de hormonale balans in het lichaam en bevorderen abnormale groei van leverweefsel.
Hepatocellulaire adenomen worden op basis van hun histologische kenmerken in verschillende typen ingedeeld, die implicaties hebben voor hun klinische behandeling:
Hepatocellulair adenoom bestaat uit hepatocyten, de belangrijkste functionele cellen van de lever. Deze adenoomcellen lijken op normale hepatocyten, maar vertonen vaak bepaalde verschillen in uiterlijk en organisatie. De hepatocyten in een adenoom zijn bijvoorbeeld over het algemeen groter en hebben een meer variabele grootte en vorm dan normale hepatocyten. Deze variatie kan subtiel zijn, maar is meestal merkbaar onder microscopisch onderzoek. De meeste adenomen zijn ronde gezwellen die doorgaans worden beschreven als knobbeltjes in leverbeeldvormingsonderzoeken.
Andere microscopische kenmerken van een hepatocellulair adenoom zijn onder meer:

Immunohistochemie (IHC) is een waardevol diagnostisch hulpmiddel dat wordt gebruikt bij de evaluatie, diagnose en subtypering van hepatocellulair adenoom. Het helpt niet alleen bij het onderscheiden van deze goedaardige entiteiten van hepatocellulair carcinoom, maar helpt ook bij het voorspellen van het klinische gedrag van de tumor en als leidraad voor de behandelstrategieën. Het identificeren van een door bèta-catenine geactiveerd adenoom kan bijvoorbeeld leiden tot waakzamere monitoring vanwege het potentieel voor kwaadaardige transformatie.
Mogelijke immunohistochemische resultaten voor hepatocellulair adenoom:
In de pathologie is een marge de rand van het weefsel dat tijdens een tumoroperatie wordt verwijderd. De margestatus in een pathologierapport is belangrijk omdat deze aangeeft of de gehele tumor is verwijderd of dat er een deel is achtergebleven. Deze informatie helpt bij het bepalen van de noodzaak van verdere behandeling.
Pathologen beoordelen doorgaans de marges na een chirurgische ingreep, zoals een uitsnijding or resectie, waarbij de gehele tumor wordt verwijderd. Marges worden doorgaans niet geëvalueerd na a biopsie, waarbij slechts een deel van de tumor wordt verwijderd. Het aantal gerapporteerde marges en hun grootte – hoeveel normaal weefsel zich tussen de tumor en de snijrand bevindt – variëren afhankelijk van het weefseltype en de tumorlocatie.
Pathologen onderzoeken de marges om te controleren of er tumorcellen aanwezig zijn aan de snijrand van het weefsel. Een positieve marge, waar tumorcellen worden gevonden, suggereert dat er mogelijk kanker in het lichaam achterblijft. Daarentegen suggereert een negatieve marge, zonder tumorcellen aan de rand, dat de tumor volledig was verwijderd. Sommige rapporten meten ook de afstand tussen de dichtstbijzijnde tumorcellen en de marge, zelfs als alle marges negatief zijn.

Artsen hebben dit artikel geschreven om u te helpen uw pathologierapport te lezen en te begrijpen. Contact opnemen met eventuele vragen over dit artikel of uw pathologierapport. Lezen dit artikel voor een meer algemene inleiding tot de onderdelen van een typisch pathologierapport.