Epstein-Barr-virus-gecodeerde kleine RNA's (EBER)



EBER staat voor Epstein-Barr-virus-gecodeerde kleine RNA's. Dit zijn kleine, niet-coderende RNA's die worden geproduceerd door de Epstein-Barr virus (EBV), een lid van de herpesvirusfamilie.

EBER's behoren tot de meest voorkomende virale RNA's die aanwezig zijn in met EBV geïnfecteerde cellen. Er zijn twee hoofdtypen, EBER1 en EBER2. Ondanks hun hoge overvloed aan EBV-geïnfecteerde cellen, zijn de exacte functies van EBERs niet volledig begrepen. Er wordt aangenomen dat ze een rol spelen bij het moduleren van de immuunrespons van de gastheer en het handhaven van de virale latentie.

Wat zorgt ervoor dat een cel EBER produceert?

Een cel produceert EBER wanneer deze is geïnfecteerd met de Epstein-Barr virus (EBV). EBV kan verschillende soorten cellen infecteren, maar het infecteert voornamelijk B-cellen (een soort witte bloedcel) en epitheelcellen. Zodra EBV een cel infecteert, integreert het zijn DNA in het DNA van de gastheercel, waardoor de cel virale eiwitten en RNA's gaat produceren, waaronder EBER's.

Medische aandoeningen geassocieerd met EBER

De aanwezigheid van EBER is nauw verbonden met verschillende soorten kanker en lymfoproliferatieve aandoeningen, evenals met andere aandoeningen, waaronder:

  • Hodgkin-lymfoom: Een type lymfoom waarbij EBER-expressie kan worden gedetecteerd in de Reed-Sternberg-cellen, de karakteristieke tumorcellen.
  • Nasofarynxcarcinoom: Een kanker die zijn oorsprong vindt in de nasopharynx, waar EBER vaak wordt aangetroffen in tumorcellen.
  • Burkitt-lymfoom: Met name de endemische vorm die voorkomt in Afrika, waar er een sterke associatie bestaat tussen EBV-infectie en EBER-expressie.
  • EBV-positief diffuus grootcellig B-cellymfoom: Een agressief type lymfoom bestaande uit B-cellen die besmet zijn met EBV.
  • Post-transplantatie lymfoproliferatieve stoornis (PTLD): Een aandoening die kan optreden na orgaantransplantatie als gevolg van immunosuppressie, waarbij EBER-positieve cellen de rol van EBV in de ziekte aangeven.
  • Plasmablastisch lymfoom: Een zeldzame en agressieve vorm van lymfoom die geassocieerd is met zowel immuunsuppressie als EBV-infectie.
  • NK/T-cellymfoom: Een agressief type lymfoom waarbij vaak de neusholte betrokken is die uit beide bestaat NK-cellen en T-cellen.
  • Maagkanker: Sommige onderzoeken hebben een verband aangetoond tussen EBV-infectie, aangegeven door EBER-expressie, en bepaalde soorten maagkanker.

Hoe testen pathologen op EBER en waarom?

Pathologen testen op EBER met behulp van in situ hybridisatie (ISH). Deze techniek omvat het gebruik van een gelabelde probe die specifiek bindt aan het EBER-RNA dat aanwezig is in de cellen van een weefselmonster. De aanwezigheid van de probe kan vervolgens onder een microscoop worden gevisualiseerd, wat wijst op een EBV-infectie.

Testen op EBER is om verschillende redenen belangrijk:

  • Diagnose: Het helpt de diagnose van EBV-geassocieerde ziekten en kankers te bevestigen.
  • Prognose: De aanwezigheid van EBER onder bepaalde omstandigheden, zoals Hodgkin-lymfoom, kan voorspellende informatie verschaffen.
In situ hybridisatie waarbij cellen worden getoond die EBER tot expressie brengen (bruine cellen).
In situ hybridisatie waarbij cellen worden getoond die EBER tot expressie brengen (bruine cellen).

Over dit artikel

Artsen hebben dit artikel geschreven om u te helpen uw pathologierapport te lezen en te begrijpen. Contact als u vragen heeft over dit artikel of uw pathologierapport. Voor een volledige inleiding tot uw pathologierapport kunt u lezen dit artikel.

Andere nuttige bronnen

Atlas van pathologie
A+ A A-